Over de week die voorafging aan mijn stop in Valencia, valt weinig te vertellen. En dat is goed. De dagen verliepen vrij vlot en af en toe bleef ik bij een sympathieke gastheer of gastvrouw. En zowel de gezondheid als de fiets deden het goed. Pretty uneventful. Het was als het ware een routineuze trip,.

Mijn beslissing om de kust te volgen is een logische. En ook een natuurlijke. Deze periode van het jaar zijn heel wat kuststeden in spookstand gezet. De toeristen zijn weer thuis aan het werk en de hele industrie is in een winterslaap gegaan. Door land deze steden te fietsen, en niet richting het binnenland te trekken, kom ik tot het besef dat het echte Spanje me niet zal gepresenteerd worden.

Valencia werd me aangeraden, de troeven zouden niet al te veel moeten onderdoen voor Barcelona, en zonder de toeristische overrompeling.

Valencia was ook de plek waar ik mijn kamp ging opzetten, tot mijn fiets nieuwe banden, ketting en tandwielen heeft. Uiteraard moest er wat besteld worden, en het sprak voor zich dat het geen ‘ vervangen terwijl u wacht’ ging worden. Ik had een paar contacten via Ws en Cs, en kwam uiteindelijk terecht bij Alfredo. Ik had er het geluk dat ik er langer kon blijven. Al heb ik nu het gevoel dat ik gevoel dat ik de limieten van de gastvrijheid ongeveer bereik. Niet omwille van hem, hij blijft zeer open en gastvrij maar eerder omwille van mijn idee dat 1 à 2 dagen voldoende is, zelf zou ik het lastig hebben mocht ik omwille van bepaalde redenen een gast hebben die langer bleef.

Mijn entree in deze stad was eentje met een bittere smaak. Terwijl ik, net aangekomen, mijn boterhammen in een park aan het verorberen was, is mijn telefoon ontvreemd. Ik heb geen idee hoe het is gebeurd, ik had niet de indruk dat er iemand rond mijn fiets kwam curieuzeneuzen, en ik heb mijn gsm zeker niet lang onbeheerd achtergelaten. De batterij was vol, en als ik kort na de ontdekking van het gemis, mijn eigen nummer opbelde, was het voicemail. Dus het moet zijn afgezet.

Bon, schade vaststellen: telefoon is vervangbaar, foto’s niet. Gelukkig was er enkele weken geleden een backup gemaakt die veilig in België ligt, dus wel foto’s kwijt, maar slechts van een korte periode. Ik een café binnen, of meer exact, een wifi-zone binnen. Via mijn iPad dan de meest essentiële communicatie opgenomen met mijn gastheer en mijn telefoon opgespoord, maar zonder resultaat. Hij stond af en was onbereikbaar.

Mijn oude gsm had ik nog bij, met gebroken scherm heb ik hem dan binnengebracht om te herstellen, om s’anderendaags een Spaans simkaartje te gaan oppikken om weer bereikbaar te worden. Vanzelfsprekend was het niet plug-and-play, dus nog een dag heen en weer getjool ( tiens, mijn spellingchecker kent dit woord niet 😀) alvorens ik min of meer bereikbaar was.

Mijn gastheer gaf me niet al te veel tijd om te piekeren, niet dat er zo veel piekeren in mijn aard zit. Een yogales – dat werden er 3 tegen dat mijn week er op zat-, naar een live optredentje, de stad door cruisen. De dagen werden flink gevuld. De tochten door de stad verliepen met mijn naakte fiets, terwijl mijn trailer in de garage van Alfredo wat rust kreeg.

Hij is een al even gekke kitesurfer, helaas was er geen wind of de verkeerde richting. Dus het watersporten stond op een laag pitje.

Op dit ogenblik wacht ik op een seintje van de fietsenmaker dat alle onderdelen aanwezig zijn, ik hoop echt morgen te kunnen vertrekken, want het jeukt al om weer te vertrekken.

Naast het wachten op mijn fietsonderdelen, was het dus ook wachten op een Belgisch simkaartje, helaas bleek dat wachten als het ware nodeloos, want na 5 dagen bleek het kaartje al 4 dagen in Brussel te blijven hangen.

Een van de avonden, waarop ik een nieuw slecht-werkend simkaartje had, ging ik opnieuw een wifiruimte binnen waar ze ook drank serveerden, ik werd door de stamgasten onmiddellijk verwelkomd met een Kaçalla, een lokale sterkedrank met anijssmaak. Niet mijn ding. Naast het lokale pintje dat ik voorzichtig savoureerde, werd ik om de haverklap ter order geroepen door de waard om samen met hem een Shotje tot me te nemen. Een van de stamgasten was een kok van ‘my first paella’ een kleine toeristische attractie waarbij je door de locale markt wordt geleid waarna je in de keuken leert hoe de echte Valenciaanse paella werd gemaakt. Tijdens deze avond had ik mezelf ervoor uitgenodigd, aangezien mijn gastheer naar een werkvergadering moest kwam dit goed uit. Het bleek een heel gezellige activiteit te zijn, de 45 euro die je ervoor betaalde was duidelijk ook bedoeld voor de ‘beleving’. ‘Reassuringly expensive’ was een term die ik enkele dagen geleden geleerd heb van Engelsman Tim in Spanje.

Een van de uitstapjes was ook een ruim uur wachten in het politiekantoor. Dat vorige dag had ik al in het kantoor mijn verklaring afgelegd, via een telefonische verbinding met een Engelssprekende agent. Deze relaxerende sessie in de wachtzaal van de politie diende om een kopietje van dit verslag te bekomen. Bij het lezen van het verslag in het Spaans, was ik verrast hoe weinig fouten het spellen van allerlei administratieve eigenschappen had opgeleverd.

Dat mijn telefoon werd gestolen is shit. Maar slechts materialistische shit. Behalve die tiental foto’s. Maar ik kan er nog bij, dit is in het beste geval ook nog een vorm van economie. Iemand zal daar zijn cigaretjes, schoolboeken voor zijn kinderen of zijn shot synthetisch geluk mee kopen. Wat me echt boos maakt. Jawel, ik ben echt boos geworden van onbegrip. En teleurgesteld. En verontwaardigd. Ik vertrok die ochtend richting het centrum, en merkte plots op dat mijn compagnon de route, mijn engelbewaarder niet meer op zijn plaats zat. Snufje, mijn mascotte, was verdwenen. Als ie gevallen is, is dat jammer, maar weinig waarschijnlijk, als hij is ontvreemd, dan is het verontwaardiging alom.