Een ellendige week

Eind augustus 2019

Nadat ik mijn hooggeëerd bezoek al enkele dagen vaarwel had gezegd kwam ik aan de grens tussen Tsjechië en Oostenrijk. Daar begon een week die weinig benijdenswaardig bleek te worden.

Het begon in Tsjechië zelf, in Ceske Vrbné. Reeds enkele kilometers zocht ik naar een rustig plekje om wild te kamperen. Tot ik plots aan een kunstmatig wildwaterpark kwam dat via een sluis aan de Moldau een zeer spectaculaire, korte kajak- en raft-afvaart vormde. Het was er een drukte van jewelste, maar dat hield me niet tegen om ook mijn kans te wagen. Ik vroeg aan de receptie of ik een kajak kon huren en kon afdalen, en dat kon de dag erna.

Vandaag waren er heel wat ervaren kajakkers aan het trainen omdat ze enkele dagen later ergens zuidelijker de sluis eenmalig open zetten. In Lipno is een jaarlijks evenement waarbij ze de sluizen openzetten en enkel de allerbesten het geweld te lijf gaan.

Naast de wildwateractiviteit was er ook een camping, mooi meegenomen. Het was nog steeds warm weer, dus een douche was geen overbodige luxe. Geen wildkamperen, maar beschaafd op de camping dus. Waar ik ook nog eens een gezellige babbel met een Belgische fietsreizigster had.

S’ anderendaags, nadat ik de vele kajakkers op het water heb gade geslagen, huurde ik zelfverzekerd een piepklein kajakje met helm en reddingsvest – die laatste twee waren voor mij, niet voor mijn kajakje -en doopte ik mezelf overtuigd in het hoogtste gedeelte van de afvaart. De eerste stroomversnellingen zijn nogal breed en liggen op een redelijke afstand van elkaar, maar zodra je onder de brug en langs de tribune komt is het andere koek. Die eerste gingen zoals verwacht lekker vlot. Helaas keerde daar het tij.

Kort, heel kort nadat ik mezelf met nog steeds een flinke hoeveelheid zelfzekerheid in het witte sop lanceerde, verloor ik de controle, krimpte de overtuiging weg en kapseisde ik. Eskimoteren heb ik ooit wel eens gekund, maar in deze omstandigheden was daar geen sprake van, dus mijn spatscherm losgetrokken, uit de boot gekropen – terwijl we samen nog een paar stroomversnelling deden – en een luchtje scheppen. Vrij snel besefte ik dat mijn Kayak, mijn peddel en ik uitmonden in de Moldau. Ik weet niet waar de Moldau uitmondt, maar dat zal waarschijnlijk ver zijn. Het was een van die Europese rivieren die we op school moesten leren, dus moet het een lange zijn.

Om te voorkomen dat ik thuis zou aanspoelen – toch even gegoogled- ( Moldau mondt in de Elbe, die op haar beurt in de Noordzee eindigt), probeerde ik met veel moeite de boot, peddel en mezelf tegen een oever op te duwen. Na een ontzaglijke inspanning was me dat gelukt. Ik was er niet zonder kleerscheuren van af gekomen, een paar stevige krassen in mijn scheenbeen, maar vooral had ik mijn linker kleine teen tegen een obstakel aangeknald.

…Het was mogelijks beter geweest om zelf zo snel mogelijk uit het water te komen en kajak en peddel opvangen als ze eenmaal in de traagstromende Moldau terecht waren gekomen….

Daarna hield ik me bij het bovenste deel van de stroomversnellingen, waar het zelfvertrouwen nog was blijven hangen. Al bij al heb ik waarschijnlijk meer gezwommen dan gekajakt, en na 2 uur was het vet van de soep en bracht ik al mankend de kajak terug naar de receptie.

Uiteraard was ik flink bezorgd hoe die zere teen mijn fietsen zou beïnvloeden, gelukkig bleek dat goed mee te vallen als ik mijn voet stevig in mijn stijve fietsschoen vastgespte. Al fietsend had ik er op die manier geen last van.

De zere teen was nog niet voldoende, want na mijn laatste flinke maaltijd in Tsjechië, waar ik al mijn overblijvende Tsjechische Kronen over de dis van de waard kieperde, volgde een luidkeels protest van maag en darmen.

Het leek eerst alsof ik iets verkeerd had gegeten, maar het duurde langer dan dat. Behalve wat drinkyoghurtjes werd er van eten niet veel getolereerd, terwijl ik nog steeds flink wat energie zat te verstoken op de fiets. De warmte hielp er ook niet veel aan. Een van de nachten verliep bovendien wat koortsachtig. Een aanrader, tijdens Wildkamperen! Na 2 dagen voelde het alsof de motor onder één hoedje met mijn maag speelde, die pedalen ronddraaien was nog nooit zo zwaar geweest. Een dag of 4 zal dit geduurd hebben.

Zie me zitten! Zuchtend en zwetend, nauwelijks de trappers rond krijgen, en als ik afstap loop ik al mankend rond. Maar we zijn er nog niet. Mijn trapondersteuning had het opgegeven.

Mijn fiets werkt als een normale ebike, zodra ik de trappers beroer, vertelt de trapsensor aan de computer dat we weer op weg zijn en geeft ie van jetje. Helaas deed die verdomde sensor het niet meer. Ik had al wat tijd gespendeerd met het zoeken, kabels checken, sensor opendoen, maar niks gevonden dat me vooruit hielp.

Nu het koude zweet je begint te bekruipen kan ik je wel geruststellen, ik stond niet helemaal stil. Ik heb tijdens mijn reis ( ergens in Zweden) en gashendel bijbesteld zodat ik zonder trappen toch vooruit geraak. Het nut van deze optie is om snel de straat over te steken met de fiets aan de hand, of op oneffen terrein kleine manoeuvres te doen. In huidige situatie bleek dit een gouden optie. Al was het niet zo eenvoudig en deed mijn rechterduim pijn van het langdurig regelen van de snelheid.

Hoef ik nog te vertellen dat ik niet zoveel indrukken heb opgedaan van het prachtige Oostenrijkse landschap?

Oh ja, het was nogal grijs weer, een overvloed aan energie in mijn batterij was er niet, op 2 dagen ben ik 4 keer met platte batterij gevallen, waarbij ik me op de helling aan de kant moest zetten. En een boekje lezen tot zon me weer een voorraadje stroom schonk.

Maar, maar, maar, het is allemaal goed gekomen. Bij mijn passage van de onheilsgrens, kreeg ik een berichtje van Benedict, een verre neef, die dankzij facebook mijn avonturen volgde – en kon smaken – en me uitnodigde bij hem langs te komen. Uiteraard liet ik die uitnodiging niet passeren en keek ik – vooral gezien de weinig benijdenswaardige situatie- uit naar een beetje rust, een interieur en uiteraard de ontmoeting zelf.

In Graz was dan ook nog eens de ‘grootste ebike-store van Oostenrijk’, daar kwam een vriendelijke Afghaanse fietstechnieker, een beetje geluk en mijn heel compatibele motor samen om de trapsensor aan de praat te krijgen. De sensor die hij liggen had was een 3-draads sensor, terwijl de originele een 4-draads is, gelukkig kan ik in mijn instellingen dat aanpassen. Ook de foutmelding van mijn maag was weggewerkt en mijn dagje in Graz was een zonovergoten exemplaar, dus mijn batterij zat weer barstend vol groene energie!

3 gedachtes over “Een ellendige week

  1. Vandaag 10 sept. een goed gemutste Benoit ontmoet in Cervignano. Op weg naar de zee nog een km of 10 met veel zon en dus goed gevulde accu(s). Nog een goede reis verder , groeten Egbert en Greetje Krikke , Hoogeveen , Nederland.
    PS waar kunnen we 2 door ons gemaakte foto’s uploaden?

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.